De Boteringepoort is een van de stadspoorten van de Nederlandse stad Groningen geweest. De eerste Boteringepoort heeft in de Oude Boteringestraat gestaan, ter hoogte van de Hardewikerstraat. De locatie van die poort, een van de vijf oorspronkelijke poorten, wordt tegenwoordig gemarkeerd. In het souterrain van het Corps de Garde, vermoedelijk gebouwd in 1634, zijn resten van deze poort en van de stadsmuur blootgelegd en geconserveerd. Na de uitleg van de stad in de 17e eeuw is een geheel nieuwe Boteringepoort gebouwd aan het einde van de Nieuwe Boteringestraat. Zowel de oude als de nieuwe poort zijn volledig gesloopt[1].
Van de middeleeuwse Boteringepoort is meer behouden dan aanvankelijk is aangenomen. Dat is aan het licht gekomen bij archeologisch en bouwhistorisch onderzoek in de kelder van het Hotel Corps de Garde, op de hoek van de Oude Boteringestraat en de Muurstraat in de stad Groningen in 1999. Dat de kans op een dergelijke vondst waarschijnlijk zou bestaan, is al eerder duidelijk geworden. In het pand aan de Oude Boteringestraat 72 zijn namelijk al eerder 13e en 14e eeuwse stukken muur gevonden en in de straat is het fundament van de poort opgegraven.
|
Kaartfragment. Nieuwe Boteringepoort en Ebbingepoort op een kaart van Hendrik Hofsnider (1743) met rechtsonder de Noorderkerk. Het Boteringediep wordt hier als 'De Kley Sloodt' aangegeven. In het noordwesten is het Selwerderdiepje zichtbaar. Afb. gemaakt circa 1743; Rijksuniversiteit Groningen. |
De eerste stadsmuur en stenen poorten van Groningen dateren uit de 13e eeuw. De slechts twee kloostermoppen dikke en ongeveer vijf tot zes meter hoge muur wordt gebouwd op de uit de 11e eeuw daterende stadswal. In de Boteringestraat verrijst een van de zeven stadspoorten en de huidige Muurstraat wordt een van de vele straatjes met de toepasselijke naam ‘Achter de Muur’.
Als de stad in het begin van de 17e eeuw een grote uitbreiding ondergaat in vooral noordelijke richting, verliest de Boteringepoort haar betekenis. De raad van de stad besluit daarom op 1 mei 1624 bij resolutie tot afbraak van de poort. Tien jaar later wordt op de plek van de gedempte middeleeuwse gracht een wachthuis - het ‘nije Corps de guarde’ - gebouwd, naar ontwerp van stadsbouwmeester Johan Isebrants.
In 1989 blijkt bij een bouwhistorisch onderzoek echter dat de sloop van de poort niet zo grondig heeft plaatsgevonden als op grond van de raadsresolutie van 1624 wordt verondersteld. De noordmuur van het pand Oude Boteringestraat 72 bevat namelijk 13e en 14e eeuwse stukken muren, die bijna een meter dik zijn!
De veronderstelling dat het hierbij gaat om delen van de oorspronkelijke Boteringepoort, wordt in 1998 bevestigd. In dat jaar wordt de riolering in de Oude Boteringestraat vervangen en worden aan de kop van de straat de fundamenten van de poort blootgelegd. Ook hier komt 13e en 14e eeuws metselwerk tevoorschijn.
In de ‘Hervonden Stad 1999’ wordt op basis van beide onderzoeken geconcludeerd dat de 13e eeuwse Boteringepoort in de 14e eeuw gedeeltelijk is afgebroken en vervangen door een groter exemplaar. Hoe groot de poort precies is geweest, is helaas op basis van de onbetrouwbare 16e eeuwse kaarten niet te zeggen. Aan de hand van het huidige pand Oude Boteringestraat 72 is wel met zekerheid te zeggen dat omstreeks 1450 is bijgebouwd aan de westkant van het poortgebouw en er bovenop.
|
De voormalige ‘Boteringepoort’ en het Corps de garde in 1917. Foto P.B. Kramer. RHC GA (Groninger Archieven). |
Een verbouwing van het ter plekke gevestigde Hotel Corps de Garde heeft nu nader onderzoek mogelijk gemaakt. Bij het uitgraven van de kelder is in het westelijke deel van het pand de voet van de 11e eeuwse stadswal gevonden. Verder zijn er binnenmuren blootgelegd, die onmiskenbaar hebben behoord tot de Boteringepoort of aanbouwen ervan.
Doordat er tussen 1521 en ’26 voor de poort een rondeel wordt aangelegd met een ‘buitenste’ Boteringepoort, wordt de ‘binnenste’ poort voor de verdediging dan minder belangrijk. Hoewel dit slechts van korte duur is - de buitenste poort wordt in of direct na 1569 alweer afgebroken – leidt het er wel toe dat de noordmuur van de binnenste poort in
die tijd twee vensters krijgt.
Rudolf Prediker
Naar alle waarschijnlijkheid heeft de poort, net als andere middeleeuwse poorten, ook een functie als gevangenis. Rudolf Prediker – de hoofdman van de 14e eeuwse prefect van de stad – is mogelijk de bekendste gevangene. Hij is in elk geval bij de poort in 1356 ‘mijt den swerde gericht’ omdat de stadjers hem meer dan zat zijn. En wellicht kijken de hotelgasten tegenwoordig (vanaf 1999 ) tegen dezelfde muren aan als deze zich als roofridder gedragende Rudolf Prediker[2].
|
Noten, bronnen en referenties:
1. Wikipedia, Boteringepoort.
2. RHC GA Groninger Archieven, Beno Hofman: Muren middeleeuwse stadspoort blootgelegd.
|
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie menu bovenaan deze pagina). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie. Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.
|
Hoogeveen, 3 december 2013.
Update: 28 mei 2021.
Update: 21 juni 2023.
Revisie: 7 september 2023.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
|
|
|
↑ Top |
|
|